Poetsbeurt
Het sociale leven van een wilde pony bestaat voor een belangrijk deel uit het wederzijdse verzorgen van de vacht. Dat wordt ook wel ‘manenkrauwen’ genoemd. De pony’s staan daarbij kop aan kont en poetsen als het ware met hun tanden de vacht van de ander. Zo worden ook plekjes verzorgd waar je als pony zelf moeilijk bij kan.

Door je pony te poetsen, houd je hem niet alleen schoon, maar stimuleer je ook de bloedsomloop. De huid gaat daardoor beter functioneren en dus ook de haargroei. Goed poetsen is dus gezond. Daarnaast is het leuk want je bouwt een band op met je pony!
Verschil tussen stal- en weidepony
Een stalpony heeft meer behoefte aan poetsen dan een weidepony. Hij kan immers minder makkelijk rollen! Een weidepony moet wel schoongehouden worden, maar overdrijf het niet. Door te veel en te grondig te poetsen, verwijder je huidvet dat nodig is om hem te beschermen tegen weersinvloeden. Verwijder wel modder, oude haren of ander vuil, anders kunnen de haartjes niet meer uitstaan en zo geen isolerend luchtkussen vormen.
Poetsspullen
Voor een poetsbeurt van een gewone, dat wil zeggen, niet bijzonder gevoelige pony, heb je een rosborstel en liefst ook een roskam nodig. Voor de afwerking is een zachte borstel heel handig.
Rosborstel
De rosborstel is van rubber of plastic en heeft een ovale vorm. Er zitten uitsparingen in die het vuil op kunnen vangen. Maak draaiende bewegingen met de rosborstel en begin aan de voorkant. Werk met gelijkmatige slagen van boven naar beneden. Harde gedeelten zoals het hoofd en de benen mag je niet met een rosborstel doen.
Figuur 1: Rosborstel
Roskam
De roskam is van ijzer en heeft dezelfde vorm als de rosborstel. Je kunt de rosborstel er overheen halen zodat het losse haar en vuil eruit valt. Je kan ook de rosborstel van tijd tot tijd stevig tegen een muur of op de grond uitkloppen. Het grijze stof dat je ziet is huidvet.
Figuur 2: Roskammen
Zachte borstel
Met de zachte borstel kan je het hoofd en de benen schoonmaken. Ook mag je manen en staart hiermee doen, maar het is beter om de staart met de hand uit te pluizen. Borstel je de staart toch, houdt hem dan stevig vast bij de staartwortel, dan trek je niet onnodig haren uit.
Figuur 3: Zachte borstels
Rubberhandschoen
Er zijn pony’s die er helemaal voor gaan staan als je met een borstel aan komt zetten, zo lekker vinden ze het. Andere pony’s zijn minder enthousiast, bijvoorbeeld als ze bijzonder gevoelig zijn. Dat kun je merken omdat ze rillerig worden bij het poetsen of onrustig heen en weer gaan draaien.
Probeer het in zo’n geval eens met een rubber handschoen. Dit is eigenlijk geen handschoen maar een soort want van rubber waar kleine nopjes op staan. Door je hand in de want te steken, krijg je een prima poetsmiddel! Maar let op, de harde gedeeltes zoals de benen en het hoofd, kun je beter altijd met een zachte borstel poetsen.
Figuur 4: Rubberhandschoen
Noppenborstel
Bij pony’s met veel haar - denk hierbij aan Shetlanders, IJslanders, Fjorden, Haflingers - die hun wintervacht voor de zomervacht wisselen, is het soms vaak moeilijk om met een gewone rosborstel de oude vacht te verwijderen. In dat geval helpt een noppenborstel heel goed. Deze ovale borstel is gemaakt van plastic en heeft vele, dicht op elkaar geplaatste opstaande tandjes. Er bestaat ook een tussenvariant. Deze is rond, van rubber en heeft wat minder tandjes. Door de noppenborstel hard tegen de muur te slaan, komt het uitgeborstelde haar naar buiten.
Vlechten
De manen en staart van een pony kunnen ingevlochten worden. Dit is zelfs soms verplicht tijdens proefjes of wedstrijden.
Het is het makkelijkst als je de manen op een handbreedte hebt getrokken. Met behulp van een kam maak je een paar plukken die even groot zijn (je kunt ze vastzetten met knijpers). Dan vlecht je deze plukken van boven naar beneden. Officieel moet je een ongelijk aantal vlechtjes maken, dus 9, 11, 13 of meer.
Als je pony een brede hals heeft, kun je het beste kleine vlechtjes maken. Als de hals dun is, staan wat grotere knotjes het mooist. Zo laat je de pony er zo mooi mogelijk uitzien. De vlechtjes kun je vastmaken met elastiek, pektouw of strikjes.
Bij Friezen, Haflingers en soortgelijke rassen mag je een matje of hengstenvlecht maken. De laatste is één grote vlecht langs de manenkam.
Je kunt de staart alleen vlechten als deze aan de bovenkant niet geknipt, geschoren of getrokken is. De vlecht loopt tot halverwege de staartwortel. Maak hem niet te strak, want dan kan hij losspringen als je pony zijn staart hoog draagt tijdens het lopen.

Trailer
Het wennen aan een trailer begint met in- en uitstappen. Veulens kunnen wel eens gekke sprongen maken, dus kijk goed of hij zich nergens aan kan bezeren als je de klep hebt opengedaan. Leg eventueel wat stro op de klep en laat de moeder voorop gaan. Als de moeder moeilijk de trailer in te krijgen is, begin dan pas met oefenen als het veulen gespeend is, anders leert hij verkeerde dingen.
Blijf zo lang mogelijk ter hoogte van de schouder van je veulentje lopen. Stap pas op het laatste moment voor hem uit de trailer in. Zet hem vast als de achterstang en de klep gesloten zijn. Beloon het dier uitbundig als het goed gaat. Als hij niet op de klep durft te stappen, kun je hem helpen door een hoefje op te tillen en op de laadklep te plaatsen.
Als hij echt niet naar binnen wil, kan hij ook ‘getild’ worden. Twee sterke mensen geven elkaar een (rechter- en linker-) hand en leggen hun armen onder het achterste van het veulen, waarna ze hem een zetje geven. Let er bij het uitstappen op dat het veulen niet zijdelings van de klep valt.